b'Bestemming als klooster OmzomingDe bestaande gebouwen kregen een nieuwe bestemming als klooster.Een eerste aanzet tot het creren van een slottuin was het omzomen van Zo werd de gymzaal getransformeerd tot oratorium (gebedszaal). Dehet kloostergebied. De benedictinessen in de congregatie van Solesmes boerderij en bijgebouwen van de kostschool kregen ook deels een nieuweleidden namelijk een beschouwend oftewel contemplatief leven onder bestemming. De borgplaats voor bloemen werd een orangerie (ver- de Regel van Benedictus, die gebed, studie en stilte tot het hart van het warmde bloemenserre). monastieke leven maakt. De slotzusters van deze orde verlieten hun De prioriteit lag bij het inrichten van het gebouw als klooster. De voor- klooster niet en hielden zich aan een strakke vorm van clausuur. malige kostschooltuin werd intact gelaten. Dat gold zowel voor deDe clausuur of het slot is in een klooster het afgescheiden gebied waar-parkachtige voortuin als voor het bosgebied aan de Kloosterdreef en debinnen de slotzusters (monialen) leven, en dat niet toegankelijk is voor bomen en struiken rondom het gebouw. Daarbij speelde vermoedelijkbuitenstaanders. Bezoekers, zelfs familieleden, kwamen niet verder dan de ook een rol dat voor de transformatie tot een kloostertuin de gronden diespreekkamers, waar zij door tralies van de monialen gescheiden waren. een kloostergemeenschap nodig had om zelfvoorzienend te kunnen zijn,Bezoekers van de kerk konden in de zogeheten buitenkerk terecht; een ontbraken. Bij de aankoop van Vredeoord woog wel al mee dat er in deaparte ingang en gebedsruimte vanwaaruit zij wel een blik op het altaar directe omgeving voldoende grond lag die eventueel gekocht kon worden.konden werpen, maar niet op de monialen. De zusters zelf waren in de De monialen konden vooralsnog gebruikmaken van een moestuin die aankerk ook door tralies van het priesterkoor gescheiden. Overigens waren de de overkant van de Zandheuvel lag. Deze had echter een aflopende pacht,kerk en de spreekkamers de enige plaatsen waar tralies aanwezig waren. zodat binnen afzienbare tijd wel een keus over eventuele uitbreiding vanDe zusters konden zich in het klooster en uiteraard ook in de kloostertuin het grondgebied gemaakt moest worden. vrij bewegen.Binnen het klooster en de directe omgeving heerste de striktste vorm van clausuur. De contacten met de buitenwereld verliepen via enkele buitenzusters. Om de afzondering beter te garanderen werd de kloostertuin ommuurd, met als bijkomend voordeel dat men de toegang tot het slotgebied en de overige delen van het kloosterterrein kon reguleren.Nu was het kloosterterrein volgens de kroniek van de benedictinessen al aan drie zijden omzoomd door grachten. Dat is een wat weidse naam voor de afwateringssloten aan de Zandheuvel en Kloosterdreef en het Plattegrond Vredeoord met parkachtige voortuin23 |Rudimentaire kloostertuin'