b'KnechtenDe knechten werkten vanuit de boerderij. Hun takenpakket werd geleide-lijk steeds kleiner.In 1962 kocht het klooster een met olie gestookte centrale verwarming. Vanaf dat moment hoefden de knechten niet meer voor cokes te zorgen en te stoken. De knecht Cor Pieterse vertelde in een interview dat zij voor die tijd elk jaar ongeveer 70 ton cokes naar de kelders van het klooster brachten; hetgeen erg veel lijkt. Naarmate de tijd vorderde en de mechanisatie haar intrede deed in de akker- en tuinbouw waren er minder knechten nodig. Vanaf 1962 was Nol van de Bliek nog de enige knecht die de abdij in dienst had. Nadat de abdij afscheid had genomen van de veeteelt door koeien en varkens weg te doen, werd ook het verrichten van akkerbouwwerk in eigen beheer drastisch verminderd. Op 16 juli 1976 werd er voor de laatste keer koren gemaaid. De akkerbouwpercelen werden verpacht. De grond aan de Hoogstraat werd in 1977 en 1978 verhuurd aan de Paulusabdij. Daarna werd hij aan de heer Huyben verhuurd tot 1991 en vervolgens aan de heer Van Leysen. Vaak werd er mais op het perceel verbouwd. In 1992 stonden op het perceel suikerbieten. Daarna werd het oude pad Halfweg, dat steeds als scheiding had gefungeerd, omgeploegd.De abdij bezat nog steeds weiland binnen de kloostermuren: een perceel achter de Zwarte Madonna en een perceel achter de boerderij, parallel aan de Zandheuvel. Vanaf circa 2000 werden deze ter beschikking gesteld aan C. van Leysen waarbij deze het onderhoud van deze percelen voor zijn rekening nam. Zij werden gebruikt om er ponys op te laten grazen.Peet Schoenmakers (rechts) en Piet van de Schriek (links) in 1953Korenmaaien met de tractorBoerderijhondZoals bij boerderijen gebruikelijk was, beschikte de kloosterboerderij steeds over een hond. De laatste hond heette Bartje en kwam in 1963. Hij werd in 1972 weggedaan omdat hij gevaarlijk werd voor de gasten.Bartje met Mre Agatha (1970)67 |Groei en transformatie'