b'MoestuinDe moestuin werd ten zuiden van de kloostergebouwen aangelegd, op en langs het gebied dat nu bij de zusters als Verrijzenispark bekend staat. De eerste groenten werden al in 1903 geplant. De overige gebieden in de buurt van het klooster werden vooral gebruikt voor het laten grazen van de koeien.In 1903 huurden de zusters nog een stuk grond aan de overkant van de weg waarop zij groenten teelden. Ook dit stuk grond werd met schuttingen omzoomd zodat de monialen daar ongestoord konden werken en wan-delen. Aan de kant van de weg was de schutting hoger en aan de kant van de weilanden lager, zodat de zusters over het weidse land konden kijken. Moestuin achter het klooster (voor 1913)KerkhofIn de periode 1903/1904 kreeg het klooster van de gemeente toestem-ming om een kerkhof in de kloostertuin aan te leggen. Een kerkhof vormt een integraal onderdeel van een kloostertuin en van het leven in een klooster. Voor de gemeenschap van de Benedictinessen is de dood geen hardeKerkhof (1909/1910)scheidslijn. De doden blijven in hun besef bij de gemeenschap horen, en het rustieke en sobere kerkhof binnen de muren van de kloostertuin is een plaats waar velen graag wandelen of mediteren.1Volgens de kroniek was de toestemming gemakkelijk te ver-krijgen, mits het kerkhof maar 50 meter van elk gebouw aflag. Het kerkhof van 9x13 meter werd aangelegd op het snijpunt van de erfgrens langs de Kloosterdreef en de begrenzing van de in 1903 gekochte grond. Het kerkhof werd omzoomd door een draadomheining. Langs de Kloosterdreef plaatste men een lage schutting die het gezicht over de polders niet ontnam, aldus de kroniek.De Bredasche courant van 28 februari 1904 concludeerdewat voorbariguit het besluit om een eigen begraafplaats aan te leggen dat de zusters besloten hadden voorgoed op Vredeoord te blijven1Benedictinessen in Oosterhout. (1984). Amstelveen, Luyten.27 |Rudimentaire kloostertuin'