b'|De nutsfase 1912 - 2000KippenIn de voortuin stonden naast sierplanten, bomen en struiken, ook de hok-ken voor kippen en varkens. De varkens verhuisden na de bouw van de nieuwe boerderij en varkensstal naar de nieuwe varkensstal. Voor de kip-pen werd in 1952 een nieuw kippenhok gebouwd. De eerste- entweedejaars kippen werden in de voortuin gehouden. De derdejaars kip-pen hadden bij de boerderij een eigen hok. Volgens het verslag van een van de knechten werden de kippen een voor een door de zusters in hun blauwe werkschort van de voortuin naar het derdejaars kippenhok getransporteerd. Behalve kippen hield men ook ganzen. Twee ganzen hadden namen gekregen: Hans en Jans.Verwerking productenDe moestuin en boomgaard leverden veel werk op voor de zusters, maar daar stond tegenover dat hun keuken het hele jaar door van de groenten gebruik kon maken. Uiteraard werd de verwerking van de producten ook door de zusters gedaan. In de bijgebouwen aan de Kloosterdreef werd onder meer het voorbereidende werk voor de keuken gedaan. De zusters maakten er groenten schoon, schilden er appels en aardappelen en ver-werkten de geslachte kippen. Voor 1950 werd de groente in teilen gewas-sen, daarna kwamen er wasbakken. Er was ook een rookhuisje waarin ham en spek gerookt werden. Groente en fruit werd ingemaakt in Keulse potten en in weckflessen; gebraden stukken vlees werden in het vet bewaard. Elke maand werd er een varken of kalf geslacht en in de kelder bewaard.62'